Wetboek van Strafvordering
Artikel 559a
1
Onze Minister van Justitie doet mededeling van het ingaan van de opschorting van de tenuitvoerlegging die is verbonden aan het indienen van een verzoekschrift aan het openbaar ministerie en de veroordeelde.
2
Wanneer een verzoekschrift om gratie van een vrijheidsstraf, van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege of van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders is ingediend, zonder dat de wet daaraan de opschorting van de tenuitvoerlegging verbindt, kan Onze Minister van Justitie niettemin bepalen dat de tenuitvoerlegging wordt opgeschort of geschorst zolang op het verzoek niet is beschikt. Hij doet daarvan mededeling aan het openbaar ministerie.
3
De opschorting of schorsing gaat in, zodra het openbaar ministerie dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing is belast, kennis heeft gekregen van de mededeling, bedoeld in het eerste lid. De opschorting of schorsing duurt totdat op het verzoekschrift is beslist.
4
Het openbaar ministerie draagt na de mededeling, bedoeld in het eerste of tweede lid, zorg dat de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel waarvan gratie is verzocht, wordt opgeschort of geschorst overeenkomstig de te dien aanzien geldende wettelijke voorschriften.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AO8663, Kort geding, KG 03/1028
Rechtsoort
Civiel overig
Datum uitspraak
29-04-2004
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Kort geding
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-Gravenhage(...) Uitgangspunt in deze zaak is dat de Staat ingevolge de wet de plicht heeft een opgelegde straf te executeren. [eiser] beroept zich in dit verband op het vertrouwensbeginsel. Hij stelt zich op het standpunt dat hij er, gezien de inhoud van de door hem ontvangen brief van 16 maart 1992 van officier van justitie mr...